Met voor-instellingen kan je veelgebruikte module-instellingen opslaan voor toekomstig gebruik. Sommige modules worden al geleverd met voorgedefinieerde (interne) voorinstellingen en kan je ook jouw eigen (gebruiker gedefinieerd) instellingen definiëren. Zowel interne als door de gebruiker gedefinieerde voorinstellingen kunnen worden weergegeven door op het voorinstelling menu in de module koptekst te klikken.
De meeste functionaliteit die hier wordt beschreven, is alleen van toepassing op verwerkingsmodules. Voorinstellingen kunnen echter ook worden gebruikt met sommige hulpprogramma-modules. Bij gebruik met hulpprogramma-modules is de functionaliteit om voorinstellingen automatisch toe te passen of weer te geven op basis van Exif-afbeeldingsgegevens niet beschikbaar.
Houd er rekening mee dat bij het verwerken van modules de opgeslagen preset ook de actieve status van de module bevat. Hiermee kan je jouw eigen standaardinstellingen maken, die je op aanvraag kan activeren. Stel eenvoudig uw gewenste standaardwaarden in, schakel de module uit en sla de voorinstelling op.
voorinstellingen maken en bewerken
Bij het maken of bewerken van voorinstellingen wordt het volgende dialoogvenster weergegeven:
instellingen
- naam
- De naam van de voorinstelling
- Beschrijving
- Een doorzoekbare beschrijving voor de voorinstelling (optioneel)
- deze voorinstelling automatisch toepassen op overeenkomende afbeeldingen (alleen verwerkingsmodules)
- Vink dit vakje aan om deze voorinstelling automatisch toe te passen op overeenkomende afbeeldingen wanneer ze voor de eerste keer in ontwikkelen worden geopend (je kan dergelijke automatische voorinstellingen opnieuw toepassen door te Ctrl+klikken op de reset-knop in de [module koptekst](./module-header .md)). Er verschijnen extra bedieningselementen waarmee je kan definiëren op welke afbeeldingen de voorinstelling wordt toegepast op basis van de Exif-gegevens van de afbeelding (zie hieronder).
Als je bijvoorbeeld wilt dat een voorinstelling wordt toegepast op alle afbeeldingen van een specifieke camera, laat je alle velden op de standaardwaarden behalve “model”. Laat alle velden ongewijzigd om automatisch een voorinstelling toe te passen op alle afbeeldingen.
The example dialog above sets up following rules: if the lens name matches, the aperture is greater than or equal to f/8 and the focal length is between 24 and 35mm the preset will be automatically applied.
The image information module displays the camera model and lens name for each image. Use this to ensure you have the correct spelling.
- toon deze voorinstelling alleen voor overeenkomende afbeeldingen (alleen verwerkingsmodules)
- Vink dit vakje aan om de voorinstelling automatisch weer te geven in het voorinstellingsmenu, met dezelfde set filters.
filtercriteria
De volgende criteria kunnen worden gebruikt om voorinstellingen voor verwerkingsmodules automatisch toe te passen of weer te geven:
- model
- Een patroon dat moet worden vergeleken met het Exif-veld dat jouw cameramodel beschrijft; gebruik % als wildcard.
- maker
- Een patroon dat moet worden vergeleken met het Exif-veld dat de maker van jouw camera beschrijft; gebruik % als wildcard.
- lens
- Een patroon dat moet worden vergeleken met het Exif-veld dat jouw lens beschrijft; gebruik % als wildcard.
- ISO
- Pas de voorinstelling alleen toe als de ISO-waarde van je afbeelding binnen het opgegeven bereik ligt.
- belichting
- Pas de voorinstelling alleen toe als de belichtingstijd van jouw afbeelding binnen het opgegeven bereik ligt; stel + in als de hoogste waarde voor willekeurig lange belichtingen.
- diafragma
- Pas de voorinstelling alleen toe als het diafragma van jouw afbeelding binnen het opgegeven bereik ligt; stel f/0 in als de lagere waarde om te passen bij willekeurig geopende openingen; stel f/+ in als de hoogste waarde die overeenkomt met willekeurig gesloten diafragma’s.
- focal length
- Only apply the preset if the focal length of your image lies within the given range (from 0 to 1000).
- formaat
- Pas de voorinstelling alleen toe op bepaalde soorten afbeeldingen. Vink een vakje aan om bestanden op te nemen die aan een criterium voldoen; schakel het selectievakje uit om die bestanden uit te sluiten. Kies uit “raw”, “niet-raw”, “HDR”, “monochroom” en “kleur”.
Note: If you deselect both “raw” and “non-raw” the filter will not apply to any files (since all supported files are either raw or non-raw). Similarly if you deselect both “monochrome” and “color”.
voorinstellingen beheren
Both user-defined and internal presets can be viewed and managed from within preferences > presets.
Opmerking: Als je een door de gebruiker gedefinieerde voorinstelling maakt met dezelfde naam als een ingebouwde voorinstelling, overschrijft jouw voorinstelling de ingebouwde versie, die niet langer toegankelijk is.
Als je een voorinstelling verwijdert die dezelfde naam heeft als een van de ingebouwde voorinstellingen, dan wordt jouw gebruikersvoorinstelling verwijderd en verschijnt die voorinstellingsnaam helemaal niet meer in het voorinstellingsmenu. De volgende keer dat je Ansel start, wordt de bijbehorende ingebouwde voorinstelling weer zichtbaar.