The rgb curve module use curves to control the tones in the image. These modules have some common features that warrant separate discussion.
knopen
In hun standaardstatus zijn curves rechte lijnen, gedefinieerd door twee ankerknooppunten rechtsboven en linksonder in de grafiek. Je kan de knooppunten verplaatsen om de curve aan te passen of nieuwe knooppunten te genereren door op de curve te klikken. Ctrl+klik om een nieuw knooppunt te genereren op de x-locatie van de muisaanwijzer en de corresponderende y-locatie van de huidige curve – dit voegt een knooppunt toe zonder het risico dat de curve per ongeluk wordt gewijzigd. Per curve kunnen maximaal 20 knooppunten worden gedefinieerd. Om een knooppunt te verwijderen, klik je erop en sleep je het uit het widgetgebied.
curves instellingen
De volgende bedieningselementen zijn gemeenschappelijk voor twee of meer van de bovenstaande verwerkingsmodules en worden daarom hier afzonderlijk besproken. Raadpleeg de documentatie van de afzonderlijke module voor een uitleg van eventuele aanvullende bedieningselementen.
- interpolation method
- tone curve and rgb curve only
Interpolatie is het proces waarbij een continue curve wordt afgeleid van een paar knooppunten. Omdat dit proces nooit perfect is worden er verschillende methoden aangeboden die sommige problemen die u kan tegenkomen kunnen verlichten.
- cubisch spline is misschien wel het meest visueel aantrekkelijk. Omdat het vloeiende rondingen geeft, wordt het contrast in het beeld beter versterkt. Deze methode is echter erg gevoelig voor de positie van de knooppunten en kan hoekpunten en oscillaties produceren wanneer de knooppunten te dicht bij elkaar zijn, of wanneer er te veel van zijn. Deze methode werkt het beste met slechts 4 tot 5 knooppunten die gelijkmatig zijn verdeeld.
- centripetaal spline is speciaal ontworpen om hoekpunten en oscillaties te vermijden, maar als nadeel zal het de knooppunten losser volgen. Het is zeer robuust, ongeacht het aantal knooppunten en hun onderlinge afstand, maar zal een meer vervaagd en dof contrast produceren.
- monotoon spline is speciaal ontworpen om een monotone interpolatie te geven, wat betekent dat er geen oscillaties zal zijn die de kubische spline kunnen produceren. Deze methode is het meest geschikt wanneer je een analytische functie probeert te bouwen op basis van een knooppunt-interpolatie (bijvoorbeeld: exponentieel, logaritme, macht, enz.). Dergelijke functies worden geleverd als voorinstellingen. Het is een goede afweging tussen de twee bovengenoemde methoden.
- preserve colors
- If a non-linear tone curve is applied to each of the RGB channels individually, then the amount of tone adjustment applied to each color channel may be different, and this can cause hue shifts. The preserve colors combobox provides different methods of calculating the “luminance level” of a pixel in order to minimise these shifts. The amount of tone adjustment is calculated based on this luminance value, and then this same adjustment is applied to all three of the RGB channels. Different luminance estimators can affect the contrast in different parts of the image, depending on the characteristics of that image. The user can therefore choose the estimator that provides the best results for the given image. Some of these methods are discussed in detail in the preserve chrominance control in the filmic rgb module. The following options are available:
- geen
- luminantie
- max RGB
- -_ gemiddelde RGB_
- som RGB
- norm RGB
- basiskracht
- scale for graph
- tone curve and base curve only
Met de schaal kan je de grafiekweergave vervormen, zodat bepaalde grafische eigenschappen naar voren komen om u te helpen meer bruikbare curven te tekenen. Merk op dat de schaaloptie alleen van invloed is op de curveweergave, niet op de daadwerkelijke parameters die door de module zijn opgeslagen.
Standaard wordt een “lineaire” schaal gebruikt (gedefinieerd door een schaalfactor van 0). Deze schaal maakt gebruik van gelijkmatig verdeelde abscis en ordinaatassen.
Een logaritmische schaal comprimeert de hoge waarden en verwijdt de lage waarden, zowel op de abscis als de ordinaat-as, zodat de knooppunten in de donkere delen meer ruimte krijgen op de grafiek en duidelijker kunnen worden gecontroleerd.
Verhoog de schuifregelaar ‘schaal voor grafiek’ om de basis van de logaritme in te stellen die wordt gebruikt om de assen te schalen. Hiermee kan je de hoeveelheid compressie/uitzetting regelen die door de schaal wordt bediend. Als je puur exponentiële of logaritmische functies uit identiteitslijnen trekt, definieert het instellen van deze waarde de basis van dergelijke functies.